Op 5 maart gaf Rick Evers bij ons op kantoor de schrijftraining ‘Schrijf eens normaal joh!’. Bijna ons hele team is erbij, want we schrijven veel bij 1MA. En wat we schrijven kan vaak korter en duidelijker, weten we nu, want Rick bespreekt ook 1MA-teksten in zijn training.
Wat was het doel van deze schrijftraining voor 1MA? Collega’s laten nadenken over wie de ontvanger is van hun teksten. En om te leren hoe je zonder poespas (maar wel met empathie!) de essentie van je boodschap opschrijft voor deze ontvanger.
Ricks training past perfect bij deze doelen. In zijn lekker toegankelijk geschreven presentatie, wisselt hij blokjes theorie af met concrete voorbeelden. Van vóór en ná zijn verbeterslag. Of we krijgen een opdracht om even zelf te oefenen.
Opdracht met de ‘vier watjes’
Rick legt uit wat een sterke tekst is en wat niet. Hij laat ons een paar van onze eigen minder sterke teksten zien. Wijst ons op het probleem: passieve taal, overbodige hulpwerkwoorden, niet-lezersgericht, te lange zinnen, wollige woorden. Hoe schrijf je beter en sterker? Door niet meteen te gaan schrijven! Verplaats je eerst in je lezer en wat je hem wil vertellen.
Daarna lezen we allemaal een tekst vol wollige taal. Wat is in deze tekst de kernboodschap? Best lastig om die te achterhalen. We begrijpen Ricks punt: wollige taal is moeilijker om te begrijpen en komt afstandelijk over. De lezer voelt zich minder aangesproken.
Onze volgende leerzame opdracht: herschrijven van een moeilijk te begrijpen tekst op basis van de vier watjes.
Dit zijn ze:
- Wat is de kernboodschap?
- Wat heeft de lezer eraan?
- Wat is je doel met de tekst?
- Wat maakt jouw tekst sterk = menselijk en makkelijk?
Wat vergeet je nu nooit meer?
De training is alweer twee weken geleden, maar Ricks vier watjes en zijn checklist sterke teksten houden ons alert.
Wat vond onze financieel en administratief medewerker Vicky Willems van de training?
Heel leerzaam en leuk, de trainer bracht alles met humor. Eén opdracht vergeet ik nooit meer. We moesten een verhaaltje schrijven over sperziebonen die uitverkocht waren. Sommige collega’s verzonnen hele menu’s met andere groenten erin. Echt grappig was dat. Wat ik ook niet meer vergeet is dat een antwoord best kort mag zijn, als je maar empathie toont en duidelijk bent. Je hoeft aan de telefoon of in een mailtje dus niet altijd een heel verhaal te vertellen, als het ook kort en krachtig kan. Sinds de training let ik ook echt op oubollige woorden en zinnen. Ik schrijf nooit meer: Indien u nog vragen hebt, horen wij het graag. Maar schrijf in plaats daarvan: Heeft u vragen, stel ze gerust. Dat klinkt net zo netjes en een stuk menselijker. Less is more 😉